Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Kranten

Kranten- en tv-redacties iets minder wit

Diversiteit / Telling Op grote redacties werken iets meer journalisten van kleur. Hoofdredacteuren vinden meer diversiteit een journalistieke noodzaak.

Illustratie Anne van Wieren

De Nederlandse kranten en nieuwsrubrieken op tv zijn iets minder wit geworden. Drie jaar geleden waren de nieuwsredacties nog voor 96,8 procent wit, nu heeft 94,6 procent van de journalisten in vaste dienst een westerse achtergrond. Het aantal journalisten met een niet-westerse migratieachtergrond op de negen grootste nieuwsredacties is in drie jaar tijd gestegen van 54 naar 82, op een totaal van 1.528 redacteuren.

Dat blijkt uit een telling van NRC – een herhaling van een zelfde telling uit 2015. Meer dan de daadwerkelijke verandering in diversiteit is sinds 2015 de houding van de leidinggevenden veranderd. Drie jaar geleden uitten de hoofdredacteuren weerstand tegen het kijken naar de afkomst van hun redacteuren, en relativeerden zij het belang van het aantrekken van meer mensen van niet-westerse afkomst. Nu zeggen vrijwel alle ondervraagden het belangrijk te vinden dat de redacties minder eenzijdig zijn samengesteld, en dat ze er tot hun verdriet onvoldoende in slagen om daar iets aan te doen.

‘Journalistiek noodzakelijk’

„Nederland wordt diverser, maar dat zie je niet weerspiegeld op de redacties”, zegt Joost Oranje van Nieuwsuur. 2,2 miljoen bewoners van Nederland (13 procent) hebben een niet-westerse migratieachtergrond, maar de journalisten zijn vooral wit. Waarom vinden de kranten en tv-rubrieken het belangrijk om die homogene samenstelling te veranderen?

Harm Taselaar van RTL Nieuws noemt het „journalistiek noodzakelijk”. Met een diverse redactie kun je de wereld beter begrijpen, stelt hij. „Wij zijn geen blanke samenleving meer. Dus kun je niet meer alleen met blanke, westerse ogen naar die samenleving kijken.”
Oranje van Nieuwsuur: „Onderwerpen als Iran, Syrië, of conservatieve imams die in Nederland rondgaan om jongeren te bekeren – bepaalde dingen kun je gewoon beter duiden als je een diverse redactie hebt.” Hans Nijenhuis van het AD: „Je hebt de neiging om te denken dat iedereen leeft en denkt zoals jij. Als journalist moet je dat corrigeren, door verschillende soorten mensen om je heen te verzamelen, die je op een andere manier naar de wereld laten kijken.”

Redacteuren met een andere kleur brengen ook andere netwerken met zich mee. Een direct voordeel zag Oranje van Nieuwsuur bij de orkaanramp op Sint Maarten. Zijn redacteur Lorenzo Fränkel kende veel mensen op het eiland, die direct op de ramp konden reageren. Hiervoor geldt trouwens: het diverse netwerk dat je meebrengt is belangrijker dan je afkomst. Gert-Jaap Hoekman van NU.nl wijst op de ramadan, die vorige week begon: „Bleek dat de redactie niets had voorbereid. Dat komt doordat er geen moslims bij ons werken. Veel nieuws komt er niet doorheen omdat het niet in onze filterbubbel past.”

‘Bedrijfseconomisch belang’

Stijn Bronzwaer, adjunct-hoofdredacteur van NRC, zegt dat de uitstraling van de krant ook belangrijk is. Wanneer je ook niet-witte mensen op foto’s en in artikelen tegenkomt, wordt die uitstraling diverser: „Dat betekent niet dat je ineens per se allemaal voorvechters van de zwarte gemeenschap moet interviewen, maar juist dat je in de verhalen over het dagelijkse leven de diversiteit van de samenleving laat zien.”

Diverser worden is ook een bedrijfseconomisch belang, zegt Bronzwaer. Wanneer er meer mensen van kleur in de krant verschijnen, zal de krant ook meer nieuwe lezers kunnen aanspreken. Marc van der Ree van Hart van Nederland beaamt dat: „Alle nieuwsmerken zijn bezig met een transitie om multimediaal te worden. Daarbij hoort het aansluiting zoeken bij nieuwe publieksgroepen.”

Hans Nijenhuis van het AD relativeert dat: „Onze eerste prioriteit is digitalisering – dat is voor het overleven van de krant van groter belang dan diversiteit. We hebben dus vooral journalisten nodig die overweg kunnen met data, video, onlinejournalistiek. Verder willen we meer journalisten uit de oostelijke en de zuidelijke provincies – vanuit Twente kijk je heel anders naar Nederland dan vanuit Amsterdam. En willen we iets aan de man-vrouwverhouding. Diversiteit komt op de vierde plaats.”

Lees ook: Zoë Papaikonomou en Annebregt Dijkman schreven het boek ’Heb je een boze moslim voor mij?’ over hoe je redacties diverser moet maken.

Als de hoofdredacteuren dit zo belangrijk vinden, waarom verandert er dan zo weinig? De meesten zeggen dat ze de gewilde redacteuren met een andere achtergrond niet kunnen vinden. Als ze kijken naar de sollicitaties, dan zitten daar nauwelijks mensen met een migratieachtergrond tussen. En de journalistieke opleidingen leveren overwegend witte studenten. Met verbazing kijkt Hoekman van Nu.nl naar zijn marketingafdeling: „Daar gaat het wél vanzelf. Op vacatures krijgen we nauwelijks reacties van mensen met een niet-westerse achtergrond, maar bij marketing juist heel veel.” Oranje van Nieuwsuur: „Je moet zelf actief op zoek, ook buiten de opleidingen. Wij hebben het bijvoorbeeld gevraagd aan mensen die een Marokkaans netwerk hebben.”

Geen heil in quota

In het vaststellen van streefcijfers of quota zien de hoofdredacteuren geen heil. Harm Taselaar van RTL Nieuws kreeg van zijn bedrijf wel twee extra arbeidsplaatsen toegewezen, speciaal bedoeld voor journalisten van kleur. Hij zocht onder meer via Het Brede Netwerk, een groep journalisten die nieuwkomers van kleur en redacties helpt om elkaar te vinden. Taselaar nam twee mensen aan, maar die vertrokken ook weer na de proefperiode. „Zeer frustrerend dat het niet goed lukt.”

Volgens hem moet zijn redactie de wijze aanpassen waarop ze mensen beoordeelt, omdat die criteria ook gekleurd zouden zijn. „Anders blijft het: je mag wel meedoen, maar je moet precies zoals wij werken.” Hoe precies weet hij ook niet. Hij wil toch ook aan een zekere kwaliteitsnorm vasthouden. Rob Wijnberg van De Correspondent zei in Heb je een boze moslim voor mij, een onlangs verschenen boek over diversiteit in de journalistiek: „Je kunt je eigen bril niet zien”. Taselaar voegt eraan toe: „Maar je kunt wel eens een poetsdoekje tevoorschijn halen.”

Ook bij NRC gaat het aantrekken van meer redacteuren van kleur langzaam: het aantal is sinds 2015 gestegen van vier naar zes. Wel heeft de krant een denktank van lezers van kleur. Bronzwaer: „Dat werkt ontzettend goed. We vragen ze wat ze van onze verhalen vinden, en soms vragen we of we hun netwerk mogen aanspreken op zoek naar geïnterviewden. Zo compenseren we een beetje voor ons eigen gebrekkige netwerk.”

‘Onzinonderwerp’

Philippe Remarque van de Volkskrant vindt dat de telling een scheef beeld geeft van diversiteit in de krant. Hij vindt dat kijken naar de etnische samenstelling van de redactie een beperkte blik op de kwestie geeft: „Het belangrijkste is dat het perspectief van mensen met een migrantenachtergrond in de krant komt. Dat is vaak, ongeacht degene die het schrijft.”

De enige van de ondervraagden die het hoe dan ook een onzinonderwerp vindt, is Wim Hoogland, plaatsvervangend algemeen hoofdredacteur van De Telegraaf. Volgens hem leeft de kwestie totaal niet op zijn redactie: „Het zal me een worst wezen waar hun roots liggen”.